Redactie - 26 januari 2013

Interview Lourens Visser, CIO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Informatie moet een strategische asset worden’


De Rotterdamse haven is een van de vitale sectoren van de Nederlandse economie. Wat daar gebeurt vormt een belangrijke graadmeter voor de economische situatie in Europa. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft hierin een centrale functie, vergelijkbaar met de verkeersleiding op Luchthaven Schiphol. Een goede informatievoorziening is daarbij cruciaal. Executive People sprak met CIO Lourens Visser over zijn werk in Rotterdam, en zijn ambitie om van informatie een strategische asset te maken.

Lourens Visser is nu bijna drie jaar CIO bij het Havenbedrijf Rotterdam. Hij is verantwoordelijk voor een ICT-infrastructuur die zonder meer bedrijfskritisch is te noemen voor de Rotterdamse haven. Maar hij wil meer halen uit de ICT: “Zelf zou ik het graag naar een strategische rol willen tillen. Daar bedoel ik mee dat ICT niet alleen meer een ondersteunende rol heeft, maar dat informatie daadwerkelijk wordt ingezet als een strategische asset.”

Dat vereist een andere manier van kijken naar assets dan de traditionele opvatting. “Tot de assets die we in de haven hebben, worden op dit moment vooral fysieke zaken gerekend, zoals de kades, de wegen en het hele gebied dat we in eeuwigdurende erfpacht hebben van de gemeente. Dat gaat om miljarden euro’s. Maar ook de informatie die we gebruiken en delen heeft strategische waarde. Niet alleen voor ons, maar ook voor andere organisaties en sectoren.”

Graadmeter

Zo vormen de activiteiten in  de  haven bijvoorbeeld een graadmeter voor de stand van zaken in de Europese economie. “Dat heeft allemaal met die informatie te maken, bijvoorbeeld over schepen, aantallen, belading en goederenstromen. In mijn optiek kun je die informatieverwerking optimaliseren met automatisering. Daarin is ondertussen al veel gebeurd, maar we kunnen nog veel verder gaan.”

De belangrijkste interne klant van Visser als CIO is de Havenmeester, de functionaris die verantwoordelijk is voor de planning en begeleiding van alle schepen: jaarlijks 33.000 zeeschepen 110.000 binnenvaartschepen. “De Havenmeester is als het ware de verkeersleiding voor de schepen. Het is een continubedrijf, dus ook de applicaties moeten altijd doordraaien.”

Uitval van de ICT zou direct een negatief effect hebben op de operatie. “En niet alleen die van ons, maar ook die van onze ketenpartners. Zo zitten de loodsen direct achter ons in de keten, zij krijgen de informatie die zij nodig hebben direct van het Havenbedrijf. En zij delen die informatie weer met de slepers. Al deze partners zijn afhankelijk van onze informatie, het is hun broodwinning.”

Daarnaast ondersteunt ICT de rest van het Havenbedrijf, onder meer bij de financiële processen, inkoop, HR en het beheer van de haven. “Het onderhoud van assets als de wegen en de kades gebeurt op basis van een grote hoeveelheid diverse informatie. We beheren bijvoorbeeld 75 kilometers aan kades, waarvan de een vijftig jaar oud is, de ander gloednieuw. Het beheer daarvan is kostbaar en arbeidsintensief, dus dat wil je slim plannen. Daar is veel informatie voor nodig.”

Kenniswerkers

Ook de traditionele kantoorautomatisering valt onder de verantwoordelijkheid van Visser. “We hebben hier veel kenniswerkers, met specialisaties op zaken als milieu, politiek en internationale ontwikkelingen. Wij ondersteunen hen bij hun werkzaamheden, die sterk leunen op de beschikbaarheid van informatie. Het bedrijf is dus breed opgezet , met een divers landschap aan applicaties. Daar zitten niche-producten bij die voor ons zeer relevant zijn, zoals stromingsmetingen in de Maas waarvan de informatie real time beschikbaar moet zijn.”

Sinds anderhalf jaar heeft het Havenbedrijf Rotterdam een ICT-strategie. “Hierin is vastgelegd welke veranderprogramma’s de meeste waarde halen uit ICT voor de business. Dat was er voorheen niet. Zo proberen we ICT optimaal in te zetten, terwijl we de zekerheid en de stabiliteit van de dienstverlening vergroten. Mijn voorganger heeft al heel veel werk verzet bij het centraliseren van de informatievoorziening, daar bouwen wij nu op verder door die systemen te koppelen en de informatie er centraal uit te halen. Daar zitten we nu middenin.Doordat er oorspronkelijk allerlei verschillende systemen werden gebruikt bij verschillende afdelingen voor hun specifieke processen moeten bijvoorbeeld zaken worden geregeld als de definities, want hoe definieer je eenduidig een kade in de systemen als die voor verschillende gebruikers een andere invulling heeft?”

Die ICT-strategie was een van de doelen die Visser zichzelf gesteld had bij zijn aantreden als CIO. “Ik wilde in kaart brengen waar we naartoe gaan en hoe we ICT daarbij inzetten, en de volwassenheid van de ICT-afdeling vergroten. Omdat we te maken hebben met een geoutsourcede omgeving zijn we in feite een regie-afdeling die goed moet schakelen met de interne klanten en leveranciers om ervoor te zorgen dat we de dienstverlening krijgen die we willen hebben, waar we niet teveel voor betalen en die je zo nodig kunt veranderen.”

Besparen

Die bestaande outsourcingscontracten lopen binnenkort af, wat kansen biedt om het ICT-landschap beter op de business te laten aansluiten. “Het bestaande contract is een ouderwets eerste generatie-outsourcingscontract. We gaan dat nu verticaal verkavelen, om clusters van applicaties zoveel mogelijk end to end in de markt te zetten. Zo ontvlechten we de bestaande situatie. Daarbij wil ik aansluiten op de specifieke eisen van de businessclusters. Het systeem van de Havenmeester bijvoorbeeld moet een extreem hoge beschikbaarheid krijgen, dat is een gespecialiseerd systeem dat we zelf ontwikkelen. Dat heeft dus een andere status dan de standaard ERP-omgeving, die misschien wel in de cloud zou kunnen draaien. ERP is niet onderscheidend voor onze organisatie, dus daar kun je anders mee omgaan en ook nog eens besparen op kosten.”

Uiteindelijk gaat het volgens hem niet om de applicaties, maar de processen die erdoor worden ondersteund. Die processen worden nu, voorafgaand aan de aanbesteding, in een lean project geoptimaliseerd. “Dat verandertraject gaat niet alleen om informatievoorziening, maar vooral om de werkwijze van de business. Dat heeft weer invloed op de werkwijze van onze afdeling, die komt van het ‘butler-model’, oftewel ‘u vraagt, wij draaien’. Daar willen we vanaf, ondertussen denken we intensief mee met de business. We vragen waarom iets nodig is, bepalen mee hoe de oplossing eruit komt te zien, en kijken of het in lijn is met het bestemmingsplan, onze doelarchitectuur voor  de verschillende informatie-voorzieningen.”

Dat document heeft hij bewust ‘bestemmingsplan’ genoemd, omdat het dan beter aansluit bij de taal van de business. “Op die manier maken we de business ‘medeplichtig’ aan de ICT-strategie. Het is niet mijn feestje, maar een gezamenlijk project van het Havenbedrijf. Dat is een cultuuromslag. Je moet wel de technologische achtergrond in stand houden, want wij zijn de enigen die er echt verstand van hebben. Maar tegelijkertijd moeten wij in staat zijn om samen met de business op te trekken. Dat vraagt weer om andere skills dan vroeger. Je moet met oplossingen komen. We zitten nu midden in die transitie.”

Delen

Zijn toekomstvisie op het gebied van ICT is dat de informatie veel breder wordt gebruikt dan de interne klanten en de ketenpartners. “Ik ben een voorstander van open data. Gegevens die niet direct een commercieel belang hebben, of geheim zijn, zou ik vaker beschikbaar willen stellen om optimalisatie te krijgen in de logistieke ketens waar we een speler in zijn. Een van de grotere doelen van het Havenbedrijf is dat we niet alleen optimaal gebruik maken van de haven, maar ook van zaken als milieuruimte en wegtransport. Open data kan ertoe leiden dat de logistiek optimaler georganiseerd wordt, bijvoorbeeld door het aantal vrachtwagens terug te dringen. En dat bevordert weer de bereikbaarheid van de havenregio.”

“Dan zet je data daadwerkelijk in als strategische asset. We zitten nu al in het beginstadium van dat delen. De grootste hindernis is echter dat commerciële partijen geen belang hebben bij volledige openheid, zij maken marge op een minder transparante markt. Dat raakt weer aan de rol van het havenbedrijf, want welke rol moet je daarin gaan spelen? Moet je dat aan de markt overlaten? Dat is een lastige kwestie, we zullen open data dus niet op korte termijn gerealiseerd hebben. In technisch opzicht is alles wat we willen er al wel, het gaat vooral om de bereidheid om te delen.”

Door Marco van der Hoeven