Redactie - 18 december 2012

Reportage CA Expo 2012: CIO moet Chief Innovation Officer worden


Businessmanagers en IT-managers verschillen aanzienlijk van mening over de mate waarin IT zijn rol als aanjager van innovatie kan waarmaken. Weliswaar denken beide groepen managers dat IT belangrijk is voor innovatie, maar businessmanagers zijn aanzienlijk minder positief over de inbrengvan de eigen IT-afdeling dan hun IT-collega’s. Dit blijkt uit onderzoekdat werd uitgevoerd in opdracht van CA Technologies.

IT-afdelingen benaderen innovatieve projecten binnen een bedrijf of organisatie nog te vaak vanuit een ad hoc visie. Van structurele aandacht voor innovatie is nauwelijks sprake. Toch ligt juist daar de toekomst van de IT en daarom zullen IT-afdelingen zich moeten beraden op een verandering in hun denk- en werkwijze zodat structureel aandacht wordt gegeven aan het doorvoeren van innovatie. Alleen dan zal IT in staat zijn de business beter te bedienen. Deze resultaten blijken uit een onderzoek dat IDG Research Services in opdracht van CA Technologies heeft uitgevoerd onder meer dan achthonderd IT- en businessmanagers van grote organisaties verspreid over de VS, Europa, Azië en Zuid Amerika.

Een van de belangrijke conclusie van de onderzoekers is dat de relatie tussen de business en IT bij veel bedrijven nog steeds te wensen overlaat. Veertig procent van de businessmanagers omschrijft de relatie met IT als moeizaam. Een aantal heeft het zelfs over een vechtrelatie waarbij wantrouwen de boventoon voert . Zij vinden dat IT nog te veel in silo’s denkt. Voor verandering die deeloplossingen overstijgt, is vanuit de IT nauwelijks aandacht. Opvallend genoeg onderschrijft één op de drie IT-managers deze typering, zo blijkt uit het onderzoek.

Reveille

Tijd voor een reveille op de IT-afdeling derhalve, maar of dat ook daadwerkelijk zal gebeuren is de vraag. “Veel IT-afdelingen zijn niet klaar voor de rol van innovator”, stelt Peter Griffiths, executive vice president Enterprice Solutions & Technology van CA Technologies. Volgens hem besteden IT-afdelingen nog steeds onevenredig veel tijd aan het onderhoud van de bestaande IT, waardoor er voor innovatie nauwelijks tijd en aandacht is. Toch krijgt innovatie vanuit de business wel degelijk aandacht. Volgens het onderzoek geeft bijna de helft van de ondervraagden aan structureel aandacht te hebben voor innovatie. Verreweg de meeste innovaties binnen bedrijven komen nu echter niet vanuit de IT-afdeling, maar worden door de business of door externe klanten geïnitieerd. Het gevolg daarvan is dat de IT zich er door overvallen voelt en dan inderdaad ad hoc aanhaakt. Van proactief meedenken door de IT-afdeling is zelden sprake.

Dat moet veranderen stellen de onderzoekers. Het rapport heet niet voor niets ‘Why IT Needs to Lead Now: The Innovative Imperative’. IT-afdelingen moeten innovatie tot speerpunt van hun beleid maken. Alleen dan zal de IT in staat zijn de business en in het verlengde daarvan klanten met betere diensten te ondersteunen. Maar dat is in veel gevallen makkelijker gezegd dan gedaan. Uit het onderzoek komt naar voren dat gemiddeld 63 procent van het IT-budget wordt besteed aan het beheer en onderhoud van de bestaande IT. De overige 37 procent is beschikbaar voor ontwikkeling en ondersteuning van nieuwe businessactiviteiten, waarbij opgemerkt moet worden dat het bij lang niet elk van die nieuwe activiteiten om innovatieve ontwikkelingen gaat.

Om daar verandering in te brengen, moeten CIO’s zich volgens Griffiths veel meer gaan opstellen als business-partner. “Zorg dat je niet alleen de business van je collega’s kent, maar weet wat er in andere organisaties speelt en neem kennis van oplossingen die elders zijn bedacht. Kom met ideeën waar de businesscollega’s door verrast worden. Dat maakt je tot hun gesprekspartner en stelt je in staat de lead te nemen bij het doorvoeren van innovatie.”Dat plaatst de CIO wel voor een lastige uitdaging, want naast aandacht voor deze nieuwe ontwikkelingen moet hij vooral zorgen dat de huidige systemen blijven functioneren. Dat eistvooralsnog het merendeel van zijn tijd en aandacht op.

Spagaat

Griffiths onderkent die spagaat, maar hij wijst er tegelijk op dat er een aantal ontwikkelingen gaande is die de inzet van IT steeds makkelijker maken. Als eerste noemt hij cloud computing, waardoor IT steeds goedkoper en flexibeler wordt. “Cloudcomputing met constructies als ‘pay for use’ en de mogelijkheid om snel te up- of downsizen, stelt de IT in staat om de business agile te ondersteunen. Belangrijk voor de CIO is dat dit soort fenomenen veel minder aandacht vergt dan het beheer en onderhoud van traditionele systemen. Ofwel, je krijgt daardoor als CIO tijd om echt met innovatie bezig te zijn.”

Een tweede belangrijke ontwikkeling is de enorme vlucht van ‘mobility’. “Dat stelt mensen in staat om onafhankelijk van tijd en plaats te werken en overal toegang hebben tot hun bedrijfsgegevens. Bedrijven en organisaties zullen zich daardoor heel anders gaan organiseren en IT vormt de ruggengraat van die verandering.”Het belang van deze ontwikkeling wordt inmiddels breed onderkend, zo wijst het onderzoek uit. De top drie technieken waarin bedrijven investeren zijn cloudcomputing, mobility en beveiliging.

Die aandacht voor beveiliging verbaast Griffiths niet. “Trust en security worden steeds crucialer voor IT. Maar ook op dat terrein maakt de technologie enorme ontwikkelingen door. Systemen voor identity management en identity recognition worden steeds geavanceerder. We kunnen data prima beveiligen door het bij dataoverdracht op een intelligente manier in stukjes te hakken en pas weer op de plaats van bestemming samen te voegen. Mocht zo’n enkel datapakketje onderschept worden dan hebben onbevoegden er niets aan.”

Voor Griffiths onderstrepen deze ontwikkelingen dat IT steeds efficiënter kan worden ingezet. Volgens hem draait het erom dat IT uiteindelijk een onderdeel van de business wordt. “Dan zal het algemeen management IT niet langer als kostenpost beschouwen, maar als een bedrijfsmiddel.” Ter onderbouwing hiervan verwijst hij naar Tata Steel die afgelopen maanden een PPM-programma voor het stroomlijnen en onderling afstemmen van verschillende bedrijfsprocessen in gebruik heeft genomen. “Tata heeft daarbij niet in de eerste plaats gekeken naar de besparing die dit hen op IT-gebied zou opleveren, maar naar de effecten ervan op het totale bedrijfsproces. Het draait dus niet meer om de kosten van de IT, maar om het effect ervan op de ROI van een gehele keten.”