Redactie - 23 juli 2011

Interview Pieter Hasselaar, directeur BridgeHead: 'Verbinden voor een betere en compacte overheid'

Dit jaar wordt tijdens Gartner Symposium/ITxpo wederom de overheidslunch georganiseerd. BridgeHead stond aan de wieg van dit succesvolle initiatief, en maakt ook dit jaar weer samen met haar partners dit netwerkevenement voor CIO´s en IT-directeuren in de publieke sector mogelijk. De Nederlandse overheidslunch, die dit jaar al weer voor de zesde keer wordt georganiseerd, is een uitgelezen kans voor de uitwisseling van kennis. Executive-People.nl sprak met initiatiefnemer Pieter Hasselaar.

Pieter Hasselaar, oprichter en directeur van BridgeHead, heeft voor hij in het bedrijfsleven ging werken een lange staat van dienst opgebouwd bij de Nederlandse overheid. Hij is tien jaar officier geweest bij de Koninklijke Marine, en vervolgens tien jaar werkzaam geweest als diplomaat. In het bedrijfsleven is hij onder meer commercieel directeur geweest bij EDS. In 2000 is hij zich als zelfstandig ondernemer gaan bezig houden met strategic sourcing support.

“Ik merkte dat er een kloof was tussen begripsvorming aan de publieke kant over het bedrijfsleven, terwijl het bedrijfsleven niet altijd zicht had op de processen en uitdagingen van de overheid. Die twee werelden wil ik bij elkaar brengen, en met dat doel is BridgeHead twaalf jaar geleden opgericht. Wij kennen zowel de overheid als de markt. Wij helpen aan de ene kant de overheid door informatie en oplossingen uit de markt aan te dragen. Aan de andere kant helpen wij marktpartijen de overheid te begrijpen zodat zij tot de best mogelijke invulling kunnen komen van dat wat de overheid van hen vraagt”

BridgeHead is de afgelopen jaren betrokken geweest bij een breed scala aan projecten bij diverse departementen, van software tot infrastructuur en uitbesteding. Hasselaar: “De industrie weet niet altijd voldoende wat er gebeurt bij een departement, laat staan dat ze interdepartementaal weten wat er gebeurt. Wij vormen het bruggenhoofd van die bedrijven bij de overheid, en het bruggenhoofd van de overheid bij die bedrijven. Samen wandelen we heen en weer over die brug om elkaar beter te leren begrijpen, de behoeftestelling helder te krijgen en tot een betere overheid te komen. Want dàt is mijn persoonlijke ambitie, dankzij een achtergrond van twintig jaar bij de overheid: de public sector in Nederland effectiever maken.”

Compacter

Hasselaar schetst dat de manier waarop de overheid opereert in het afgelopen decennium ingrijpend is veranderd. “De overheid wordt op alle niveaus door omstandigheden gedwongen niet uit de pas van de maatschappelijke ontwikkelingen te lopen. De overheid zal op een aantal terreinen terugtreden, compacter worden en moet haar kerntaken efficiënt en effectief inrichten en verrichten. Ook het huidige kabinet is hiermee bezig. De markt en de burger krijgen van dit kabinet meer verantwoordelijkheden en de overheid doet de dingen die de markt of de burger niet zelf kunnen doen. Dit betekent onvermijdelijk dat er meer zal worden samengewerkt tussen overheid, burger en bedrijfsleven.”

“Wanneer je kijkt naar de bedrijfsvoering van de overheid, dan is het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst een goede zet om meer samenwerking met de markt te bereiken.” “Mijn mening is dat een compacte bedrijfsvoering betekent: kleiner, effectiever, flexibeler en slimmer gesourced. Het realiseren van die bedrijfsvoering kan in mijn ogen veel sneller dan dit nu gaat. Overal moet afgeslankt worden, kijk naar de ministeries van Defensie en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Er zijn grote bezuinigingen in gang gezet in het primaire proces van de Rijksdienst. Dan kan het niet zo zijn dat de bedrijfsvoering daarbij achterblijft. Ook daar moet men meer met minder doen. Dat kan bijvoorbeeld door een ander beroep te doen op de markt. Er is door echte samenwerking met de markt veel te leren, te verbeteren en te besparen. But it takes two to tango! Ook marktpartijen moeten beter begrip krijgen van de uitdagingen en unieke eigenschappen van de overheid. Zij moeten bovendien vaker zelf het initiatief nemen om bij te dragen aan het realiseren van de compacte Rijksdienst. Ook wanneer dit voor hen betekent dat zij moeten samenwerken met andere marktpartijen of betekent dat hun relatie met de overheid hierdoor verandert”

IT neemt in de bedrijfsvoering een bijzondere positie in. IT ligt momenteel onder een vergrootglas, met name de Algemene Rekenkamer en het parlement kijken met argusogen naar kosten en effectiviteit. Daar moet men dus zorgvuldig mee omgaan. Wat volgens Hasselaar kan helpen, is een meer  resultaat gerichte uitvraag vanuit een duidelijke behoeftestelling. Dit is een punt waaraan twee kanten nog veel verbeterd kan worden. De markt moet de overheid hierbij helpen, hierin verantwoordelijkheid nemen en zal dus minder vaak moeten worden ingezet op basis van afspraken over uren en tarief.”

Grootschalig

De aanbestedingsproblematiek is al jaren een heet hangijzer tussen overheid en bedrijfsleven, en niet alleen voor kleine maar ook voor grote bedrijven. Het is een kostbaar en complex traject, waarbij de overheid soms te grootschalig heeft uitgevraagd waardoor projecten niet beheersbaar genoeg waren. “Het bedrijfsleven is sterk gericht op rendabele omzet, en stapt in praktijk soms te makkelijk in projecten die niet goed omschreven zijn en daarom niet goed in te schatten zijn. Dat wordt er niet beter op gemaakt door de huidige aanbestedingspraktijk. Het gunnen van projecten op basis van onderhandeling of met concurrentiegerichte dialoog geeft beide parijen beter zicht op het resultaat en vergroot de kans op slagen; daar zijn ondertussen al vele voorbeelden van. En om ook kleinere bedrijven hierbij niet uit te sluiten, zou het aanmoedigen van consortiumvorming - waarbij meerdere bedrijven samenwerken onder duidelijke bepaling van de verantwoordelijkheid - een oplossing kunnen zijn.”

Het streven naar compacte bedrijfsvoering op rijksniveau is iets waar gemeenten een voorbeeld aan kunnen nemen. “Het is bijvoorbeeld niet meer van deze tijd dat deelgemeenten er een eigen beleid op nahouden op het gebied van software. Of dat elke gemeente in Nederland een eigen systeem ontwikkelt voor de uitvoering van dezelfde wettelijke taken. Er zijn zaken die centraal georganiseerd moeten kunnen worden, en IT is er daar een van. Gemeenten zouden bijvoorbeeld voor eenzelfde besturingsmodel kunnen kiezen als het rijk waarbij de aansturing centraal plaatsvindt en de uitvoering lokaal blijft. De ervaring van het Rijk op het gebied van harmonisatie, standaardisatie, de inrichting van governancestructuur waarin departementale CIO´s samenwerken onder een Rijks-CIO is voor gemeenten zeer relevant.”

De Nederlandse overheidslunch tijdens Gartner ITExpo in Barcelona is een uitgelezen kans voor de uitwisseling van dit soort ervaring en kennis. Het initiatief is zes jaar geleden tot stand gekomen omdat een aantal departementale directeuren ICT constateerden dat er veel overheidsmensen rondliepen, maar dat zij niet van elkaar wisten dat zij aanwezig waren. Om hen met elkaar en met mensen van Gartner in contact te brengen zodat kennis en ervaringen kon worden uitgewisseld, regelde Hasselaar een locatie voor een lunch en sponsors. Deze  jaarlijkse terugkerende lunch is inmiddels uitgegroeid tot een goedbezochte netwerkbijeenkomst voor mensen die zich bezig houden met ICT in de publieke sector.

Bedrijfsleven

“Gartner is de gids in IT-land. Bezoekers zijn geïnteresseerd in de ontwikkelingen in de IT en bij de overheid in het bijzonder. Business IT alignment is weliswaar een oude kreet, maar hij is nog steeds valide. Tot op de dag van vandaag is dat waar het om draait, en het is in veel gevallen nog steeds geen realiteit. Bij de overheid zijn weliswaar steeds meer mensen bij IT betrokken die niet uit de IT komen. Maar ik zie nog te weinig mensen die vanuit hun beleidsterrein naar Gartner komen om daar eens te kijken wat IT voor ze kan betekenen. Het is ook aan de sponsoren uit het bedrijfsleven om mee te denken aan de oplossing, en mee te denken met de mensen die ermee te maken hebben bij de public sector lunch. In positieve zin zijn we tot elkaar veroordeeld.”