Redactie - 25 mei 2011

'Grote ICT-projecten gedoemd te mislukken'


ICT-gerelateerde megaprojecten, zoals rekeningrijden en het Elektronisch Patiëntendossier, zijn vanaf het begin gedoemd te mislukken. Dat komt omdat de vele problemen die ermee gepaard gaan, zoals de kosten, de tijdsduur, en de uiteenlopende belangen van de betrokken partijen, schromelijk worden onderschat. Overheid en bedrijfsleven zouden zulke megaprojecten daarom niet moeten willen. Het zouden hooguit doelen kunnen zijn, waar op een organische wijze naartoe wordt gewerkt. Dat zegt Albert Boonstra, hoogleraar Informatiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen, tijdens zijn oratie over innovatieve informatietechnologie.
 

Albert Boonstra
Albert Boonstra

Het stranden van grootschalige ICT-projecten kost de samenleving volgens de Algemene Rekenkamer jaarlijks ongeveer 7 miljard euro, bijna de helft van de totale ICT-investeringen (19 miljard). ‘En dan hebben we het bij mislukken alleen nog maar over projecten die uiteindelijk helemaal niet door zijn gegaan. De OV-chipkaart is naar die maatstaf nog geslaagd, omdat hij ondanks alle haken en ogen wel is ingevoerd, zij het veel minder ver strekkend dan indertijd de bedoeling was,’ zegt Boonstra.

Verleid door techniek

Het gaat volgens de hoogleraar al mis op het moment dat een dergelijk reusachtig project bedacht wordt. Het Elektronisch Patiëntendossier, dat onlangs na een lijdensweg van veertien jaar door de Eerste Kamer werd afgeschoten, is een afschrikwekkend voorbeeld. Boonstra: ‘De bedenkers van zo’n plan worden verleid door de technische mogelijkheden die er op dat moment zijn. Daardoor ligt de focus vanaf het begin op de techniek, en daarnaast op de strategisch-economische doelen die daarmee haalbaar zijn. In dit geval een betere gezondheidszorg. Wat veel te laat aan de orde komt is het organisatorische perspectief: hoe stem je het af met alle belanghebbenden, vooral met de gebruikers?’

Factor tijd

De factor tijd maakt dat zowel de omstandigheden als de techniek aan het eind van de rit totaal niet meer lijken op die bij de start van het project. Zo waren in het geval van het EPD de technische mogelijkheden na veertien jaar politiek gesteggel zo verruimd, dat nu bijvoorbeeld een simpele chipkaart in de binnenzak van de patiënt tegemoet zou komen aan de doelen die destijds voor het EPD werden gesteld. ‘Maar zo’n project is door het enthousiasme van de bedenkers als een soort sneeuwbal. Hij wordt almaar groter en hij is niet te stuiten,’ zegt Boonstra. Tot het moment dan dat de sneeuwbal tot stilstand komt tegen de schutting van de harde realiteit van een lege kas of van politiek en maatschappelijk verzet.

Ook bedrijfsleven in de fout

Mislukte projecten van de overheid krijgen veel aandacht, maar ook het bedrijfsleven steekt jaarlijks miljarden in mislukte automatiseringsprojecten, managementsystemen en andere innovatief bedoelde investeringen in ICT, weet Boonstra. ‘Bedrijven hangen dat niet aan de grote klok, maar bekend is bijvoorbeeld een resource planning systeem bij Nestlé dat de eindstreep nooit heeft gehaald. Domweg omdat het totaal niet paste bij de bedrijfscultuur.’ De fout ligt volgens Boonstra zowel bij de softwareleverancier die ten onrechte claimt een ‘totaaloplossing’ te bieden, als bij de klant die dat maar al te graag gelooft.

‘Grand Plan’

Wat Boonstra betreft zijn projecten als rekeningrijden, maar ook het minder bekende elektronische voorschrijfsysteem voor huisartsen in hun geheel zo groot dat het nooit goed kan gaan. Hij adviseert andere route. ‘Nu wordt er uitgegaan van een ‘Grand Plan’, maar als een project in stukken wordt opgezet en zich organisch ontwikkelt, bijvoorbeeld door regionaal te beginnen of door te beginnen met patiënten die al in een ziekenhuis liggen, dan groeit het vanzelf en is de weerstand ook veel kleiner. Als je wilt innoveren met informatietechnologie moet je, kortom, niet in de val trappen van die technologische en strategische vergezichten. Het organisatorisch perspectief zou eerst moeten komen. Je begint met het afstemmen met de gebruikers, en de introductie van de techniek zou pas in het laatste stadium hoeven. Als een project meer dan vier jaar nodig heeft, zijn de onzekerheden zo groot dat je het eigenlijk niet moet willen.’