Redactie - 21 april 2011

Energiebesparing wordt belangrijkste issue voor ICT


In het motto ‘PUE is the key’
(Power Usage Effectiveness), dat tegenwoordig steeds vaker te horen is op congressen over datacenters, ligt volgens Pieter Meulenhoff van TNO een van de belangrijkste uitdagingen voor de ICT-sector. Tijdens de opening van de nieuwe hal van EvoSwitch in Haarlem wezen hij, Jacqueline Cramer van de Universiteit van Utrecht en Bernd Taselaar van ICT-Office op de enorme groei van het energieverbruik door de ICT-sector en op het belang om dat energieverbruik terug te dringen. Volgens Meulenhoff loopt de datacenter-industrie daarbij voorop. Dankzij de monitoring van de PUE wordt in datacenters al een zeer groot deel van de afgenomen energie effectief gebruikt. Dat is helaas niet bij alle ICT-voorzieningen het geval.

Jacqueline Cramer, oud-minister van VROM en tegenwoordig hoogleraar Duurzaam Innoveren aan de Universiteit Utrecht en directeur van het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid wees er tijdens het seminar over groene ICT op dat de ICT-industrie verantwoordelijk is voor ongeveer twee procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. “Dat is net zoveel als het totale vliegverkeer”, merkte Kramer op. “Als je bedenkt dat er in 2014 ongeveer twee keer zoveel PC’s in de wereld zijn, kun je uitrekenen wat de gevolgen zijn voor de CO2–uitstoot.” Kramer pleitte dan ook voor eco-effectieve productie om de milieubelasting te verminderen en technologische innovatie om het energieverbruik door ICT te verminderen.

Pieter Meulenhoff van TNO ging nog wat dieper op de cijfers in. Hij vertelde dat datacenters momenteel een halve gigaton van de totale 40 gigaton CO2-uitstoot voor hun rekening nemen. Dat aandeel stijgt in 2020 naar 1,4 gigaton op een totaal van 51,9 gigaton. Het wereldwijde besparingspotentieel op CO2-uitstoot is zo’n 22 gigaton, waaraan de hele ICT-sector een bijdrage van zo’n 7,8 gigaton kan leveren. De meeste verspilling zit in het warmteverlies van ICT-apparatuur en het feit dat veel computerapparatuur vrijwel continu aanstaat, maar slechts twintig procent van de tijd effectief in gebruik is.

Hij wees op de voorbeeldfunctie van de datacenter-industrie die aan richtlijnen als de NEN NPR 5313 en de CEN prEN 50600 voor ontwerp en inrichting van datacenters moet voldoen. Daarnaast is er in Europa een Code of Conduct voor datacenters opgesteld en in Nederland is er een meerjarenafspraak energie-efficiëntie gemaakt tussen het ministerie van Economisch Zaken en branchevereniging ICTOffice, die streeft naar een energiebesparing van dertig procent, zo verduidelijkte Bernd Taselaar, COO van ICT-Office. Daarnaast heeft de datacenter-industrie de Power Usage Effectiveness (PUE) van The Green Grid omarmd. De PUE is een kengetal voor de effectieve besteding van de afgenomen energie voor de IT-infrastructuur. Idealiter zou dat cijfer 1,0 moeten zijn, maar dat is niet haalbaar omdat er ook energie nodig is voor het gebouw en de voorzieningen. “Hoewel de PUE nog wel enige ruimte laat in het uitvoeren van de metingen, kun je wel stellen dat deze standaard door het continu monitoren van de energieprestaties tot aansprekende resultaten heeft geleid. Ik denk dat de datacenter-industrie zo een voorbeeldfunctie krijgt voor de hele ICT-sector.”

Eric Boonstra, directeur van EvoSwitch en gastheer van de workshop, wees erop dat EvoSwitch veel investeert in energiebesparing. Het datacenter is actief betrokken bij diverse ‘groene‘ initiatieven zoals The Green Grid, de Climate Neutral Group, Green IT Amsterdam Region en de Groene Mug van de gemeente Haarlem. Ook ondertekende het bedrijf de meerjarenafspraak. “EvoSwitch is het eerste CO2-neutrale datacenter van Nederland en hiermee een van de energiezuinigste en milieuvriendelijkste”, zei Eric Boonstra. “De nieuwe hal gaat nog een stapje verder en maakt gebruik van een aantal nieuwe technologieën waardoor de energie-efficiency verder verbetert. Was de Power Usage Effectiveness (PUE) bij ons met 1,4 al zeer laag; in de nieuwe hal komt ze uit op maximaal 1,2 bij dagelijkse metingen het hele jaar door. Een traditioneel datacenter heeft een PUE van 2,0 of meer.”

Overigens benadrukte Eric Boonstra dat de focus op duurzaamheid geen marketingtruc is. “Voor een datacenter zijn goede verbindingen, beveiliging en support van groot belang. Maar de energiekosten vormen een belangrijk bestanddeel van de factuur die wij naar onze klanten sturen. Die post zal door de stijging van de energieprijzen de komende jaren verder stijgen. Door structurele energiebesparing kunnen wij onze diensten simpelweg goedkoper aanbieden en dat is een wezenlijk concurrentievoordeel. Maar energiebesparing is ook een maatschappelijke noodzaak. Het aantal datacenters zal nog flink toenemen. Nu wordt hooguit tien procent van alle ICT-infrastructuur geoutsourced, maar dat percentage loopt binnen 4 jaar op tot 20%. Op dit moment gebruiken wij 7 megawatt stroom. De komende jaren groeien wij nog veel verder in aantallen vierkante meters, waarbij we uiteindelijk enkele tientallen megawatt zullen gebruiken. Dat is een derde van alle stroom, die in de gemeente Haarlem wordt verbruikt.” Het feit dat wij nog aanzienlijk kunnen groeien in oppervlakte en stroom is overigens uniek in de regio Amsterdam.

Voor Pieter Meulenhoff een reden om vooruit te kijken naar de verre toekomst waarin alle ICT onderdeel is van de wereldwijde cloud. “Vroeger was het uitgangspunt ‘process where the data are’, maar in de toekomst zouden we in een soort van wereldwijde supercomputer de data wel eens continu kunnen verhuizen naar de plekken waar op dat moment de meeste energie tegen de laagste kosten beschikbaar is: ‘process where the energy is’.