Wouter Hoeffnagel - 08 maart 2016

Merendeel van de werknemers wil geen zzp’er worden

Ruim een derde (34%) van de Nederlandse HR-managers verwacht dit jaar minder mensen in loondienst te hebben. Vooral in non-profitsectoren als de zorg en de overheid ligt de nadruk op de krimp van vaste medewerkers. Het aantal flexibele arbeidsrelaties stijgt volgens 39 procent van de HR-managers in verhouding naar verwachting wel. Met name in de zakelijke markt.

Dit blijkt uit het jaarlijkse HR Benchmark-onderzoek van Raet, specialist in HR-cloudoplossingen en -services, onder 1.146 Nederlandse werknemers, 506 HR-managers en 117 bestuurders uit verschillende branches. Een overstap naar het zzp-schap is voor medewerkers die in loondienst zijn zo goed als uitgesloten. Slechts 3 procent van de Nederlanders is van plan ooit voor zichzelf te beginnen. 15 procent zou de overstap overwegen, maar het overige deel ziet een bestaan als zzp’er niet zitten. Belangrijkste redenen om dit niet te willen, zijn financiële onzekerheid (54%) en arbeidsongeschiktheidsrisico’s (45%). Ook generatie Y, waarvan verwacht wordt dat zij flexibiliteit hoog in het vaandel heeft staan, ziet dit zo. Van deze jongere generatie geeft bijna twee derde (64%) aan onder geen beding de overstap naar het zzp-schap te willen maken.

Joke van der Velpen, Kennis Manager bij Raet: “De wereld flexibiliseert, daar kan niemand omheen. Ondanks de terughoudendheid bij medewerkers, neemt het aandeel en de behoefte aan zelfstandige professionals alleen maar toe. Flexibele arbeidsrelaties worden steeds meer ingezet om wendbaar te blijven en kenniskloven te overbruggen. Veel werkgevers zijn hier echter administratief nog onvoldoende op voorbereid. Het wordt steeds belangrijker om medewerkers die niet in loondienst zijn te registreren. Denk aan de maximale vergoedingen voor Personeel Niet In Loondienst (PNIL), maar ook het bijhouden van de inzet van gekwalificeerde mensen. Daarnaast zijn met de komst van de Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) opdrachtgever én opdrachtnemer samen verantwoordelijk voor de modelovereenkomst om aan te tonen dat er geen sprake is van een fictief dienstverband. Werkgevers zullen dus bij de inzet van flexibele arbeidsrelaties de nodige administratieve beheersmaatregelen moeten treffen.”