Wouter Hoeffnagel - 29 november 2015

Kabinet dient voorstel over terughacken in bij Tweede Kamer

Het Nederlandse kabinet heeft een voorstel ingediend bij de Tweede Kamer om opsporingsdiensten meer bevoegdheden te geven, iets wat moet helpen terroristen op te sporen. Het kabinet wil opsporingsambtenaren onder andere de mogelijkheid geven op afstand te mogen hacken om gegevens te onderschepen of de toegang hiertoe te blokkeren.

De exacte tekst van het voorstel is nog niet bekend, waardoor de details van het voorstel ontbreken. Zo is onduidelijk in welke gevallen het kabinet opsporingsinstanties toestemming wil geven om te hacken op afstand. Wel wordt gesproken over opsporingsambtenaren de ruimte te geven om ‘onder strikte voorwaarden bepaalde onderzoekshandelingen toe te passen bij opsporing van ernstige delicten’. Daarbij gaat het niet alleen om het ‘ontoegankelijk maken of het vastleggen van gegevens maar ook om observatie en het aftappen van communicatie.’

Encryptie ongedaan maken
Het kabinet stelt dat er nu onvoldoende mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld wachtwoord te achterhalen, versleuteling van gegevens ongedaan te maken en illegale acties van terroristische organisaties op het internet tegen te gaan. Het wetsvoorstel moet dit probleem (deels) oplossen en maakt ‘onderzoek in een geautomatiseerd werk’ mogelijk. Het is niet duidelijk wat het kabinet concreet wil doen om wachtwoorden te achterhalen en de versleuteling van gegevens ongedaan te maken.

Dat de overheid plannen heeft rond een dergelijk wetsvoorstel is al langer bekend. De plannen werden eind 2014 al door toenmalig minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie aangekondigd. Het wetsvoorstel dat nu is ingediend is bij de Tweede Kamer ingediend in combinatie met drie andere wetsvoorstellen, die allen onderdeel zijn van het actieprogramma "Integrale aanpak jihadisme”. Dit programma heeft tot doel ‘het beschermen van de democratische rechtsstaat, bestrijden en verzwakken van de jihadistische beweging in Nederland, en het wegnemen van de voedingsbodem voor radicalisering’