Wouter Hoeffnagel - 31 oktober 2015

Wetsvoorstel voor nieuwe bewaarplicht ingediend

Minister Ard van der Steur van Justitie en Veiligheid heeft een wetsvoorstel ingediend voor een nieuwe bewaarplicht voor telecom- en internetgegevens. Indien een officier van justitie gegevens wil inzien moet een rechter daar voortaan toestemming voor geven. Het wetsvoorstel is naar de Raad van State gestuurd en moet nog worden goedgekeurd door de Tweede Kamer.

Nederland had eerder ook al een bewaarplicht. De rechtbank in Den Haag verklaarde deze wet echter in maart ongeldig en bepaalde dat de wet in strijd was met het Europese verdrag voor mensenrechten, het ‘Handvest van de grondrechten van de Europese Unie’. De bewaarplicht maakte een te grote inbreuk op de privacy van burgers. Door te bepalen dat een officier van justitie voortaan altijd toestemming nodig heeft van een rechter om gegevens in te kunnen zien hoopt minister Van der Steur dat deze wet wel aan het ‘Handvest van de grondrechten van de Europese Unie’ voldoet.

De bewaarplicht is van toepassing op telecom- en internetgegevens. Internetproviders moeten gegevens voor een periode van 6 maanden bewaren, terwijl voor telecomproviders een bewaarplicht van 12 maanden geldt. De bewaarplicht geeft opsporingsinstanties de mogelijkheid via de rechter informatie op te vragen indien zij deze in strafzaken nodig hebben. Dit is overigens in het wetsvoorstel alleen mogelijk in zaken waarin een strafbaar feit is gepleegd waarvoor verdachten in voorlopige hechtenis genomen mogen worden.