Wouter Hoeffnagel - 02 september 2015

Steeds meer Europese hightech-bedrijven verhuizen productie naar de afzetmarkt

58% van de Europese managers verwacht dat de export van hightech-producten naar andere landen zal toenemen. Steeds meer Europese hightech-bedrijven kiezen daarnaast voor ‘right-shoring’ kiezen, ondanks dat de meeste bedrijven nog steeds de productie uitbesteden in verre landen (‘off-shoring’) om bijvoorbeeld de loonkosten te drukken.

Dit blijkt uit onderzoek van UPS onder 516 leidinggevenden van onder andere Nederlandse bedrijven in de hightech-markt. Bij right-shoring vinden delen van de bedrijfsvoering en/of productie in de buurt van de vraag afzetmarkt plaats. 56% van de Europese ondervraagden doet dat, tegenover 45% van de respondenten wereldwijd.

Impact op klantenservice
Europese bedrijven passen right-shoring vooral toe om bijvoorbeeld een betere klantenservice te kunnen bieden door de inzet van lokale mensen. Bovendien zijn de transportkosten lager en wordt de supply chain flexibeler. Ook ‘near-shoring’, waarbij alle activiteiten dichter bij de afzetmarkt worden uitgevoerd, neemt in populariteit toe. 35% van de ondervraagden zegt plannen te hebben voor near-shoring, terwijl dit percentage in 2013 nog op 26% lag.

Veel hightech-bedrijven hebben onlangs de opkomende markten betreden. 66% van de Europese ondervraagden geeft aan al actief te zijn in China, 41% in India en 31% in Brazilië. Bij het betreden van nieuwe markten maakt men zich wereldwijd het meeste zorgen over de regelgeving in die markt. In Europa staan die zorgen op de vijfde plaats. Europese leidinggevenden maken zich het meeste zorgen over het opzetten van de eerste productieactiviteiten.

3D-printen
Steeds meer bedrijven in de hightech-markt werken met een 3D-printer. Deze wordt voornamelijk ingezet om innovatieve processen op gang te brengen bij productontwerp en het ontwikkelen van prototypes. In Europa gebruikt 70% van de respondenten de 3D-printer voor het ontwerpen van nieuwe producten en 63% voor de productie van reserveonderdelen; wereldwijd doet slechts 24% van de ondervraagden het laatste.