Redactie - 01 augustus 2015

Het geheim is interconnectie

Van de hele economische crisis heeft de datacentermarkt de afgelopen jaren niet zoveel last gehad. Het zijn vooral ontwikkelingen als cloud computing, mobile data, IoT, Big Data en video die zorgen voor de enorme vraag naar en groei van datacenters.

En aan die groei komt voorlopig geen einde, denkt datacenterbedrijf Equinix dat collocatieruimte en connecties aanbiedt in 105 datacenters, ook wel International Business Exchanges (IBX) genoemd, verdeeld over 15 landen.  Alleen dit jaar al heeft Equinix nieuwe datacenters geopend in Melbourne, Singapore, Toronto, New York en Londen. Die wereldwijde aanwezigheid is van groot belang voor het businessmodel van Equinix, legt CEO Steve Smith uit in gesprek met Executive-People.

Volgens Smith kunnen bedrijfsconcepten op papier heel simpel zijn. Van Equinix is het geheim vooral interconnectie, partijen onderling wereldwijd met elkaar verbinden zodat ze data kunnen uitwisselen. "Datacenters bouwen en beheren kunnen veel bedrijven, maar de schaalgrootte waarop wij wereldwijd verbindingen kunnen leggen, daar ligt onze kracht", zegt Smith. De 'secret sauce' zit in de interconnectie. Equinix bestaat inmiddels 16 jaar en heeft klanten uit de financiële sector, de netwerksector en cloud- en mediabedrijven. "Die leggen allemaal verbindingen met elkaar."

Smith is voor de opening van het nieuwe LD6-datacenter naar Londen afgereisd. De opening van het nieuwste datacenter in Slough, vlakbij Londen, is dan ook belangrijk voor het bedrijf. Het datacenter is vergelijkbaar met AM3, het derde datacenter van Equinix in het Amsterdam Science Park. LD6 biedt in totaal 16.000 vierkante meter datavloer, dat in twee fasen wordt ingericht.

"Het bijzondere van LD6 is dat we eerst het koelsysteem hebben getekend, en dat we daar omheen het pand hebben ontworpen", zegt Russell Poole, Managing Director Equinix UK. De koeling gebeurt voor een groot deel met behulp van de buitenlucht. De warme lucht uit de dataruimte wordt via het plafond weggeleid naar de zijkanten waar het (achter de muren) wordt gekoeld met buitenlucht. Dit werkt in 85 procent van de tijd gedurende het hele jaar op deze manier. Als het buiten te warm wordt (10 procent van de tijd), wordt de warme lucht uit het datacenter gekoeld met een soort nevelgordijn dat wordt gehaald uit opgeslagen regenwater. En als het buiten echt bloedheet is (5 procent van de tijd, circa 50 uur per jaar), is er een pomp die koud water toevoegt om de hete lucht te koelen.

Dark fibers

Het grijze plaatsje Slough, onder meer bekend van de serie The Office, is de vestigingsplaats van veel tech-bedrijven. Equinix had er al twee datacenters, LD4 en LD5, en heeft dus recent de deuren van LD6 geopend. Samen bieden deze drie datacenters 36.000 vierkante meter datavloer. "De lessen die we geleerd hebben met LD4 en LD5, hebben we gebruikt voor de bouw van LD6", vertelt Poole tijdens een rondleiding door de nieuwe locatie.

Die aanwezigheid van drie datacenters bij elkaar heeft zo zijn voordelen, aldus Poole. "We hebben over en weer veel dark fibers getrokken om de connectiviteit nog beter en sneller te maken. Op die manier maakt het voor een klant in principe niet uit in welk van de drie datacenters hij zijn apparatuur heeft."

Verder groeien

Wereldwijd heeft Equinix ongeveer 140.000 cross connects gelegd, dus verbindingen tussen netwerken, tussen twee bedrijven onderling, of direct met een cloudprovider. Er zijn twee manieren om te interconnecteren: je kunt een directe kabel tussen twee servers aanleggen (cross connect) of je kunt een poort op een switch kopen. Een poort is een betere keuze als je gaat verbinden met veel partijen aan de andere kant. Op die manier willen veel klanten een directe verbinding met een cloudprovider. Deze interconnectie ofwel Cloud Exchange, is een van de nieuwe speerpunten van Equinix. De grootste cloudproviders (Google, Amazon Web Services, IBM/SoftLayer en Microsoft) willen niet overal een eigen datacenter bouwen, stelt Smith. "Bovendien kunnen ze extra omzet genereren als ze aansluiten op onze datacenters. Ze gebruiken bedrijven als Equinix om hun infrastructuur wereldwijd te verdelen. Ze bouwen hun eigen backbone-serverfarms en voor de frontoffice gebruiken ze datacenters als Equinix."

In de afgelopen drie jaar hebben we zo meer dan 1200 cloudproviders aan ons verbonden zoals Amazon Web Services, Salesforce.com, SAP et cetera. Allemaal Infrastructure of Software as a Service bedrijven. En er ligt nog meer in het verschiet, denkt Smith. "Wereldwijd wordt slechts twintig procent van het IT-budget uitbesteedt, bijvoorbeeld aan datacenterbedrijven. Tachtig procent van het budget gaat naar on-premises investeringen. Dankzij cloud computing zal een groter percentage uitbesteed gaan worden, dat is de veronderstelling."

Toekomst

Het gebruik van een datacenter is erg handig als een bedrijf meerdere verschillende clouddiensten  en meerdere netwerken gebruikt. Dit wordt de multi-cloud of hybrid cloud genoemd. Dat is zich nu aan het ontvouwen en daar zet Equinix stevig op in, omdat de twaalf grootste cloud providers zeggen dat cloud computing zich zo zal ontwikkelen.

Vanzelfsprekend let Steve Smith zeer goed op de andere marktpartijen. "We volgen de voorgenomen overname van Interxion door de Telecity Group nauwlettend, maar we zijn niet bang voor ze." Als de acquisitie doorgaat, is de nieuwe combinatie Telecity-Interxion in Europa wel een derde groter dan Equinix, gemeten in omzet en hoeveelheid datacenterlocaties, maar volgens Smith blijft Equinix voorop lopen in de globale aanwezigheid. Die globale footprint maakt het leggen van snelle connecties snel en gemakkelijk. Een bedrijf kan op die manier met servers in Londen klanten in heel Europa bedienen. "Een bedrijf dat wereldwijd zaken wil doen, komt daardoor al snel met ons praten."

 Door Edwin Feldmann