Redactie - 28 november 2014

Tips voor een duurzamer en dus goedkoper datacenter

De wereldwijde economie zit wederom in een dip. Het drukken van onnodige datacenterkosten is dan ook meer dan welkom voor het behoud van een gezond bedrijfsresultaat. Dat kan door een energiezuinige en efficiënte inrichting, waarmee je bovendien je datacenter verduurzaamt. Deze tien tips helpen je op weg.

Traditionele datacenters zijn zo ontworpen dat ze direct beschikken over de maximale capaciteit. Daardoor zijn ze wat opbouw betreft log en inefficiënt. Bovendien is de oplevertijd lang. Beter is een modulaire opbouw, waarbij je gebruikmaakt van standaardbouwstenen. Begin klein en zorg dat je vervolgens gemakkelijk kunt opschalen. Met een modulaire inrichting is dat geen probleem. Het scheelt daarnaast ook in de oplevertijd.

Het modulaire principe kun je ook toepassen op individuele componenten als een UPS. Waarom zou je direct investeren in een UPS die veel meer aankan dan je op dat moment nodig hebt? Verstandiger zijn schaalbare UPS-oplossingen, waarmee je je vermogen naadloos kunt laten toenemen. Je betaalt pas wanneer je meer energiecapaciteit nodig hebt, oftewel het 'pay-as-you-grow'-principe. Dat is voordeliger dan wanneer je in een keer fors investeert en vervolgens lange tijd met een te grote capaciteit zit.

Koop duurzaam in

Of het nu gaat om het gebouw, de kabels, servers of switches: koop duurzaam in. Je kunt je datacenter nog zo energie-efficiënt inrichten, als bijvoorbeeld je chillers of airco’s erg veel stroom gebruiken ben je alsnog onnodig veel energie en dus geld kwijt. Kies bijvoorbeeld ook voor LED-verlichting met bewegingsmelders. Pas druk- of temperatuurgeregelde EC-ventilatoren toe en koop alleen zeer efficiënte bevochtigingssystemen.

Kies het juiste koelsysteem

Kies voor een duurzaam koelsysteem dat past bij de omvang van je datacenter. Ruimtekoeling is veruit het populairst, maar niet altijd het meest effectief. Rijkoeling plaatst de koelsystemen veel dichter bij de warmtebron, namelijk in de rijen met de racks. Voor een klein datacenter is rack-koeling vaak het meest efficiënt. Hierbij is de koeling direct in het kabinet zelf geplaatst. Staat het datacenter in Nederland, dan loont het de moeite te kijken naar buitenluchtkoeling, ook wel vrije koeling genoemd. De temperatuur in Nederland is daarvoor vaak uitermate geschikt.

Optimaliseer de luchtstroom

Een goede luchtstroom, een slimme lay-out (koude-/warmtegangen) en het slim kiezen van de temperatuur in de computerzaal hebben vaak al een enorme impact op het energieverbruik. Een slechte luchtstroom en een onhandige indeling van de ruimte zorgt voor zogenoemde 'hot spots’. Die vragen om speciale koelmaatregelen en dat heeft uiteraard weer een nadelige invloed op het energieverbruik en de kosten.

Een luchtlekkage van meer dan 50 procent is helaas geen zeldzaamheid in datacenters. Dit betekent dat veel koude lucht de IT-apparatuur niet bereikt en rechtstreeks terug de koelsystemen instroomt. Het scheiden van warme- en koudeluchtstromen zorgt voor een efficiënter energiegebruik van het koelsysteem. Dit kan ook vermogen vrijmaken dat eerder werd opgeslokt door het koel- en HVAC-systeem.

Ultrasoon luchtvochtigheidssysteem

Maak gebruik van een centraal, energiezuinig luchtvochtigheidssysteem, bijvoorbeeld op basis van ultrasone technologie in plaats van individuele stoompotten in de CRAC's (computer room air conditioning). Dat verlaagt het energieverbruik enorm en zorgt voor een uniformere omgeving. Een dergelijk gecentraliseerd systeem zorgt bovendien voor lagere operationele kosten, doordat je minder onderdelen hoeft te vervangen tijdens regulier onderhoud.

Benut de restwarmte

Hoe energiezuinig je datacenter ook is: vrijwel altijd zal het restwarmte produceren. Daar kun je wat mee. Zoek naar mogelijkheden voor hergebruik. Er zijn diverse manier voor de opslag van warmte en koude en het omzetten hiervan in elektriciteit. Ook het doorsluizen naar naastgelegen bedrijven zou een optie kunnen zijn.

Beheer met DCIM

Het beheer van een datacenter wordt in veel gevallen vanuit spreadsheets gedaan. Bovendien is er nog steeds nauwelijks sprake van een goede samenwerking tussen de facilitaire afdeling en IT. Een ouderwetse gedachte, want die twee grijpen steeds meer in elkaar. Een DCIM-systeem (Data Center Infrastructure Management) combineert die twee afdelingen. Het verlost je niet alleen van de Excel-sheets, maar zorgt ook voor een betere afstemming van facility en IT.

Meet, monitor en stuur continu bij

Het klinkt als een cliché, maar blijft een wijze les: meten is weten. Zonder inzicht krijg je nooit grip op je de PUE (Power Usage Effectiveness) van je datacenter. Door je PUE te monitoren, kun je bovendien tijdig bijsturen. Efficiëntie is een continu proces, met een 'set-and-forget'-instelling haal je niet het maximale uit je datacenter.

Of je het nu bekijkt met een economische of ecologische bril: het tijdperk van logge, inefficiënte datacenters lijkt definitief voorbij. Met deze maatregelen doe je weer mee aan de frontlinie, bespaar je kosten en zet je in op duurzaamheid. De beurt is aan jou.

Loek Wilden, Data Center Lifecycle Consultant bij Schneider Electric