Redactie - 13 oktober 2014

'Kom los van het verleden, omarm de digitale toekomst'

Hoe faciliteer je als overheidsfunctionaris de ontwikkeling van het digitaal zakendoen? Driving digital business, het thema van Gartner Symposium/ITXpo dit jaar, is volgens Pieter Hasselaar en Merijn Zee van Bridgehead hetzelfde als Driving digital government. Nù is volgens hen het moment om door te pakken op eID. De aanstelling van de Nationaal Commissaris Digitale Overheid is daarvoor de juiste stap, mits ook hij los mag komen van het verleden en op het hoogste niveau rapporteert.

Pieter Hasselaar, directeur van Bridgehead: “Bij de overheid is het besef doorgedrongen dat het niet meer gaat om verschillende digitale werelden. Dat is onder meer gekomen door ontwikkelingen rond het eID-stelsel. Het wetsvoorstel dat de minister van Economische Zaken zou opstellen over digitaal zakendoen gaat er in zijn oorspronkelijke vorm niet komen; en dat is een goede zaak. De minister heeft de Tweede Kamer laten weten dat deze wet onderdeel wordt van een integraal wetgevingsprogramma. Er komen voor burgers, bedrijven en de overheid geen aparte, maar één wettelijk kader voor digitaal zakendoen. De benadering van burgers, bedrijven en overheid in aparte sporen is gelukkig losgelaten.”

Hasselaar: “Er waren aanvankelijk twee ministers bezig met de invoering van een eID. Economische Zaken voor bedrijven, Binnenlandse Zaken voor burgers. Het ene spoor leidde tot DigiD, het andere tot e-Herkenning. Dat ging wringen, bijvoorbeeld bij de ZZP-er: is deze burger of bedrijf? Gert Jan buitendijk van BZK heeft de sporen verenigd, samen met Nicole Kroon van EZ. Dat gebeurde op een studiereis in Berlijn in 2012. Daar is het idee ontstaan van één stelsel voor betrouwbare identificatie van burgers en bedrijven.”

Nationaal commissaris
Merijn Zee, senior consultant bij Bridgehead, juicht de aanstelling van de Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO) toe. “Dat is een belangrijke ontwikkeling. De NCDO zal vorm gaan geven aan de inrichting en besturing van de basisinfrastructuren voor de volgende fase van digitaal Nederland. Het eID-stelsel is een van die infrastructuren. De commissaris heeft daarbij wel wat last van de wet van de remmende voorsprong. Landen die aanvankelijk minder ver waren met digitale dienstverlening zijn nu soms verder dan Nederland, bijvoorbeeld op het gebied van eID. Een land als Estland had niets, maar heeft in één keer een goed systeem neergezet met een eenduidige identificatiestructuur, overal toegankelijk ook voor mensen buiten Estland. Nederland was er vroeg bij op het gebied van digitale dienstverlening. We hebben in die jaren veel initiatieven en technieken gekend rond veilige toegang, wat heeft geleid tot legacy. De vraag is nu hoe je daarvan loskomt?”

Loskomen van legacy

“De legacy is een blok aan ons been geworden omdat geprobeerd wordt om bestaande infrastructuren en investeringen een plek te geven in het nieuwe stelsel. De vraag is of dit verstandig is? Moeten we niet vooruit kijken en met iets nieuws beginnen? Nederland is in hoge mate gedigitaliseerd. Dat geldt ook voor overheidsprocessen. De NCDO treedt aan op een cruciaal moment. Komen we los van de aanpak van het digitaliseren van de brievenbus? Pakken we dit moment om de digitale toekomst van Nederland opnieuw uit te denken? Maar hoe zet je effectief die stap?”

“Een van de belangrijkste zaken is dat we nu doorpakken op het eID en het besef dat er bij digitaal zakendoen geen verschil is tussen burgers, bedrijven en overheden en dus ook niet tussen publiek en privaat. We hebben dus geen aparte elektronische identificatiemiddelen nodig: noch voor burgers en bedrijven, noch voor het publieke en private domein. Een apart eID voor het BSN-domein moet zo snel mogelijk naar het land der fabelen worden verwezen. Dat is de eerste stap.”

De overheid vergeet zichzelf

“Ook vergeet de overheid in de discussie over digitaal zakendoen zichzelf. Ook de overheid doet digitaal zaken en overheidsdienaren moeten zich digitaal kunnen legitimeren. Authenticatie is altijd tweerichtingsverkeer waarbij het uiteindelijk neerkomt op de validatie van de interactie tussen personen. Mensen verrichten rechtshandelingen, namens zichzelf, een bedrijf of een overheid. Een BV tekent nooit iets, dat doet de eigenaar.“

Hasselaar: “De overheid beseft zich dat zij niet langer primair kan inzetten op de ontwikkeling van een publiek middel waarop de markt mag reflecteren en aanhaken. Maar, zo is de discussie wel gestart. De ambtenaren van het eID-team hebben ten aanzien van het betrekken van marktpartijen hele forse stappen gezet. Er is nu een publiek-privaat-stelseloverleg. Maar, daar zit nog wel een volledig publieke stuurgroep boven die de besluiten neemt. Het is belangrijk dat ook daarin private partijen zitting gaan nemen. Daarmee creëer je betrokkenheid en de wil om mede te investeren. Waarom de rollen ook niet eens omdraaien? Misschien moeten we het wel een privaat-publiek eID-stelsel worden? Daag de markt maar uit.”

Hergebruik is winst

Zee: “De grootste uitdaging is niet het middel, dat is gewoon te koop. De uitdaging en winst zit in het hergebruik en koppelen van infrastructuren die er al zijn. Snelheid is van groot belang omdat we in Nederland al in hoge mate gedigitaliseerd zijn, echter zonder over een veilig online identificatiemiddel te beschikken. We bestellen veel online en we doen dat vaak zonder zeker te weten of we zaken doen met de juiste rechtspersoon. We hebben een groot vertrouwen, maar het gaat ook steeds vaker mis. Als het vertrouwen wegvalt dan staat er veel op het spel. Nederland bekleedt de vierde positie in Europa qua online-aankopen, met volgens cijfers van het CBS 10,8 miljoen mensen die vorig jaar online-aankopen hebben gedaan, met een omzet van 4,61 miljard euro. eID is dus van groot belang voor onze digitale economie omdat het in een vertrouwensfunctie voorziet die nu nog ontbreekt. Het is de turbo op driving digital business”

Hasselaar is stellig over het belang van deze ontwikkeling: “Dit gaat blijven, de overheid kan hiermee de ambities van 2017 digitaal realiseren. Daarom is het aantreden van de NCDO zo belangrijk. Dit is de basisinfrastructuur waar heel Nederland op zit te wachten. Er moeten knopen worden doorgehakt, we moeten weg van de gebaande paden van het digitaliseren van oude processen en met slim hergebruik de turbo zetten op de ontwikkeling van eID. Daarmee drijven we onze digital business.”

“Het is belangrijk dat de nationale commissaris autonoom kan opereren bij het aanjagen van deze ontwikkeling. Het is van groot belang dat hij net als de Deltacommissaris rechtstreeks aan de betrokken ministers rapporteert en dus niet aan een ambtelijke voorportaal. Dat zou weer zo’n typisch bestuurlijke reflex zijn, die ervoor zorgt dat revolutie – die hard nodig is op dit terrein - netjes binnen de kaders van evolutie blijft.”

Disruptie

“Evolutie is niet wat we nodig hebben. Want digital business zorgt voor disruptie. De NCDO moet niet denken vanuit de vraag hoe deden we het vroeger of wat hebben we allemaal al, maar vanuit de vraag wat heeft Nederland nodig voor de digitale toekomst. Te vaak zijn we nog bezig papieren processen digitaal te maken. Digitale communicatie is dikwijls gebaseerd op het oude principe van het formulier, terwijl de digitale toekomst uitgaat van de uitwisseling en validering van data. Het gaat dus niet om infrastructuren voor het verzenden en ontvangen van pdf-formulieren maar van zaken als datavelden en de validatie van datavelden. Laten we gaan nadenken over de vraag hoe je dat organiseert. Daarvoor is het nodig los te komen van de aanpak van het digitaliseren van de brievenbus en dus van ons verleden.”