Redactie - 04 juni 2012

Nieuwe verordening maakt elektronische handtekeningen grensoverschrijdend mogelijk


De Europese Commissie heeft nieuwe regels voorgesteld om grensoverschrijdende en veilige elektronische transacties in Europa mogelijk te maken. Dankzij de voorgestelde verordening krijgen burgers en bedrijven de mogelijkheid hun nationale elektronische legitimatiesysteem (eID's) te gebruiken om toegang te krijgen tot overheidsdiensten in andere EU-landen die gebruikmaken van eID's. Bovendien ontstaat er een interne markt voor elektronische handtekeningen en aanverwante grensoverschrijdende online "trust services": er wordt gewaarborgd dat deze diensten grensoverschrijdend werken en dat ze dezelfde juridische status zullen hebben als traditionele processen waarin papieren documenten worden gebruikt. Hierdoor levert eProcurement een aanzienlijke besparing op.

Het voorstel is zowel volledig in overeenstemming met bestaande nationale legitimatiesystemen als met de voorkeuren van lidstaten die een dergelijk systeem niet hebben. Landen met eID kunnen zelf beslissen of ze aan het Europese systeem willen deelnemen. Als een lidstaat te kennen geeft aan het pan-Europese systeem te willen deelnemen, moet deze lidstaat EU-burgers via eID dezelfde toegang tot overheidsdiensten verlenen die de eigen burgers hebben.

Vicevoorzitter van de Europese Commissie Neelie Kroes: "Burgers en bedrijven horen van een digitale interne markt gebruik te kunnen maken, want dat is het grote voordeel van het internet. Ook rechtszekerheid en vertrouwen zijn van wezenlijk belang, dus is er behoefte aan een uitgebreidere verordening voor elektronische handtekeningen en legitimatie. Door dit voorstel kun je het meeste uit je eID halen, als je er eentje hebt. Met de wederzijdse erkenning van nationale eID's en gemeenschappelijke normen voor trust services en elektronische handtekeningen kunnen we voorkomen dat landen grenzen trekken wat betreft internet en online-overheidsdiensten en kunnen we miljoenen bedrijven en nog veel meer burgers het leven gemakkelijker maken."

De voorgestelde verordening zal niet leiden tot:

  • EU-lidstaten verplichten om nationale identiteitskaarten, elektronische identiteitskaarten of andere eID-oplossingen in te voeren, of burgers verplichten om deze te hebben.
  • Een Europese eID of een Europese database, in welke vorm dan ook, invoeren. 
  • Het doorgeven van persoonlijke informatie aan derden mogelijk maken of vereisen. 

Van de verschillende aspecten van de verordening profiteren o.a.:

  • Studenten, die zich online aan een buitenlandse universiteit zouden kunnen inschrijven en dus niet naar het buitenland hoeven om de formaliteiten te regelen. 
  • Burgers die naar een ander EU-land gaan verhuizen, in het buitenland gaan trouwen of meerdere belastingaangiften moeten invullen.
  • Patiënten, die in het buitenland medische bijstand nodig hebben: zij kunnen hun medische dossier op een veilige manier zelf raadplegen of aan een arts doorgeven.
  • Bedrijven, die overal in de EU kunnen deelnemen aan overheidsaanbestedingen. Zij kunnen hun offertes digitaal ondertekenen, dateren en verzegelen en hoeven niet langer meerdere exemplaren af te drukken en per koerier te versturen. 
  • Burgers, die in een ander EU-land zaken willen doen: zij kunnen via internet gemakkelijk een bedrijf starten en de jaarverslagen online indienen. 
  • Overheden kunnen de administratieve lasten terugdringen en efficiënter werken; daardoor kunnen ze de burgers beter van dienst zijn en de uitgaven drukken.

Achtergrond

Beide elementen van de verordening (eID en elektronische handtekeningen) zullen een voorspelbaar wetgevend kader creëren voor veilige en naadloze elektronische interactie tussen bedrijven, burgers en overheden. Hierdoor worden publieke en private onlinediensten, eBusiness en e-commerce in de EU efficiënter.

De strategie voor elektronische handtekeningen, die gebaseerd is op de huidige richtlijn betreffende elektronische handtekeningen, heeft voor een zekere mate van harmonisatie van de praktijken binnen Europa gezorgd. Alle landen in de EU hebben wettelijke kaders voor elektronische handtekeningen, maar deze lopen uiteen en maken het in feite onmogelijk om grensoverschrijdende elektronische transacties uit te voeren. Dat geldt ook voor "trust services" als elektronische datering, elektronische zegels en levering, en authenticatie van websites, waarvoor interoperabiliteit op Europees niveau ontbreekt. Daarom staan er voor deze diensten gemeenschappelijke regels en methoden in de verordening.

Wat betreft eID biedt de verordening rechtszekerheid op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning en aanvaarding: de lidstaten dienen de nationale eID's te aanvaarden die officieel bij de Commissie zijn aangemeld. De lidstaten zijn niet verplicht om hun nationale eID's te registreren, maar de Commissie hoopt dat veel lidstaten ervoor kiezen om dit wel te doen.